



Landsfort Herle (rondleiding)
- 800 jaar Landsfort Herle
In een geschrift uit 1225 over het leven van de heilige Gerlachus wordt “castrum Herle” voor het eerst genoemd. Ofschoon het waarschijnlijk is dat Herle ouder is, gebruiken we toch dit jaartal.
- De middeleeuwen
De middeleeuwen zijn de eeuwen tussen de val van het West-Romeinse Rijk en de Renaissance.
Vroege middeleeuwen 370 – 950
Hoog middeleeuwen 950 – 1270
Late middeleeuwen 1270 – 1500
- Eerste gracht watergordel
Het verhaal over het Landsfort Herle begint voor onze rondleiding op deze plek.
De eerste gracht liep in een wijde boog om het Landsfort.
Dautzenbergstraat – om het Tulip Inn hotel naar rechts in de richting van de Putgraaf – bij de Sint Pietershof in een wijde boog naar de Putgraaf – vanaf de Akerstraat in een wijde boog naar de Raadhuisstraat – vandaar weer in een wijde boog naar de Saroleastraat.
- Kelders Schunck Glaspaleis
In 1934 is men begonnen met het graven van de fundering en kelders van het Glaspaleis. Bij de graafwerkzaamheden moest een deel van de fundering van de walmuur, die daar nog in de grond zat, verwijderd worden.
Vanwege drijfzand heeft men een kiezellaag aangebracht die geïnjecteerd is met cementwater met daarbovenop een betonnen funderingsplaat van 50 cm dik.
Bedenk dat de plaats waar het Glaspaleis is gebouwd zich bevindt aan de binnenzijde en deels op de walmuur.
- Tweede gracht en walmuur
Voor de muur bevond zich een gracht van ongeveer 12 meter breed en ‘n meter of 5 à 6 diep. Niet iets waar je zomaar even overheen stapt dus.
Aan de overzijde van de gracht stond een muur van 6 meter hoog en 2 meter dik, opgebouwd uit kunradersteen*. Dat is een steen die hier vlak in de buurt te vinden is. Het is ook waarschijnlijk dat een deel van de muur gebouwd is met resten van vervallen Romeinse gebouwen die een paar honderd meter verderop hebben gestaan.
De walmuur had drie poorten, de Trichterpoort of Akerpoort en de Veemarktpoort of Kerkhofspoort en de Keulsepoort. We gaan eens kijken of daar nog iets van te zien is.
* Kunradersteen “Kundersjtee” is ontstaan (66 miljoen jaar geleden in het krijt tijdperk) uit skeletten van zeedieren die naar de zeebodem zonken en zich daar ophoopten. Onder invloed van druk en temperatuur zijn ze met der tijd versteend. De kunradersteen is harder dan mergel omdat het compacter is en geen klei bevat, het vertoont geen afbrokkeling of afvriezing. Kunradersteen werd al in de Romeinse tijd gebruikt als bouwmateriaal.
- Begraafplaats / Kerkplein
Pancratiusplein Noord werd vroeger het Kerkplein genoemd, het was een omsloten plein zoals dat nu ook is. Eind jaren zestig zijn de huizen en de daartussen liggende stadsmuur afgebroken om zo de kerk beter tot zijn recht te laten komen. Naast de kerk bevond zich een ommuurde begraafplaats die in 1821 zo vol was dat men besloten heeft om een tweede begraafplaats aan te leggen aan de Akerstraat 37a. In verband met de verbouwing van de kerk in 1901 zijn de graven geruimd of verplaatst.
Nieuwbouw eind jaren 80
- Veemarktpoort
De naam geeft al aan waar de poort lag, bij de veemarkt dus.De veemarkt lag op de plek waar nu het Wilhelminaplein ligt. Waarom die veemarkt hier lag is niet bekend, misschien omdat de andere twee poorten dichter bij de voorzijde van de kerk lagen en dit min of meer de achterpoort was vlakbij het kerkhof, maar soms ontstaan dingen gewoon op een plek. Water voor het vee was er voldoende aan alle kanten van het Landsfort dus dat kan de reden niet zijn geweest. Langs het Wilhelminaplein liep de eerste gracht.
- Schelmentoren

Begin 11de eeuw was er waarschijnlijk een mottekasteel op de plek waar nu, in 2019 de Schelmentoren staat. Een mottekasteel is een door mensenhand aangelegde aarden heuvel met daarop een houten toren omgeven door palissaden.
Bij de reconstructie van het kerkplein in 1971 heeft men ontdekt dat de walmuur en de schelmentoren gelijktijdig gebouwd zijn en het geen woontoren geweest is maar een verdedigingstoren (Land van Herle 1975)
Wanneer deze verdedigbare woontoren is gebouwd is niet bekend. Toen men de stenen walmuur heeft gemaakt (na 1244) stond de toren uit kunradersteen er al. Dat is dus achterhaald in 1971.
In met name de 18e eeuw is de toren door de schepenbank gebruikt als raadzaal, vergaderzaal, gevangenis en martelkamer om Bokkenrijders te berechten. De gevangenisfunctie bleef tot 1870.
In 1879 verhuisde men naar het nieuwe gemeentehuis aan de Geleenstraat.
Bij gevangenisfuncties moet u denken aan een tijdelijk verblijf tot aan de berechting.
- Kruikje
Verdorie! Zomaar tussen het keukenafval op de composthoop terecht gekomen. Ik heb nog liggen roepen onder dat koolblad, meen je nu dat iemand me hoorde. Een keukenmeid, Liesbeth was haar naam, riep eens vragend terug: “Wie is daar?” Uitzinnig van vreugde kon ik geen woord uitbrengen. Ze haalde haar schouders op en gooide nog meer keukenafval op de hoop. En toen werd het donker om me heen, donker en stil. Soms nog wat trillingen en ver-weg geluiden maar voor de rest ook helemaal niets.
Ik lag er overigens best relaxt; goeie steun in nek en buik, helemaal niet ongemakkelijk. Na een tijdje voelde ik me zelfs content met m’n situatie. Ik had niets te doen maar verveelde me ook niet en dan vliegt de tijd voorbij, niet dat ik daar iets van gezien heb.
Een tijdje geleden voelde ik angstaanjagende zware trillingen en dacht ik stemmen te horen, alsof ik dichter bij de wereld was gekomen. En vandaag krabde er iets aan mijn buikje. Mijn hart klopte in mijn ………. nou ja, bij wijze van spreken dan. Het werd licht en ik keek in het blije bebaarde gezicht van een heer met een oranje hoed. Hij tilde mij liefdevol op en presenteerde mij aan zijn metgezellen met de woorden: “Ziet er nog gaaf uit voor een kruikje van 824 jaar oud”.
- Keulsepoort bij wat nu de Gasthuisstraat is
- Morenhoek sinds 1962
Moslims van Arabische afkomst werden Moren genoemd.
In het Spaanse leger die het landsfort bezetten tussen 1580 en 1610 zaten moren. (Moorkop – Mooriaantje – Moortje) Die Moren werden hier begraven.
Sinds 1778 was er een joodse begraafplaats op de plek waar anno 2022 de Morenhoek is. Vanwege ruimtegebrek werd er in 1811 een nieuwe begraafplaats aangelegd aan de Schinkelsteeg (nu Stationstraat) en vanaf 1900 werden de joden begraven naast de algemene begraafplaats aan de Akerstraat.
Dazetwo heeft op diverse plaatsen rondom het voormalige Landsfort raven achtergelaten die een middeleeuws tafereel uitbeelden.
Dit is een pestmeester, het masker dat de pestmeesters vroeger droegen leek op een snavel en dateert uit de 17e eeuw (snaveldokter). De pestmeester verzorgde de pestlijders. Meestal waren ze binnen enkele dagen dood.
De pest kwam in november 1347 in Messina per boot vanuit Centraal Azië in Europa aan.
De pestbacil werd via geïnfecteerde ratten en vlooien overgedragen op de mens.
De eerste pest in Nederland werd in 1349 in Bergen op Zoom geconstateerd, dat is bij toeval in 1999 ontdekt na de vondst van een massagraf. Om de pestlijders te isoleren bouwde men pesthuizen buiten de stad.
Aan het einde van de eerste pestgolf in 1351 waren miljoenen mensen in europa overleden (25 à 30 % van de totale bevolking). Pestuitbraken gaf het altijd weer tot in de 17 eeuw.
Vanwege de Joodse reinigingswetten kregen veel minder joden de pest en werden daarom als zondebok aangewezen, vermoord en verdreven.
- Plaarstraat
In 1967 zijn in de Plaarstraat gemetselde gewelven ontdekt uit de 16e eeuw (Gelderse oorlog). Deze gewelven dienden waarschijnlijk als Kazematten die aangesloten waren op een gangenstelsel.
Als extra verdedigingslinie in de Plaarstraat
- De druppel
Staat op de plek waar zich in de middeleeuwen de eerste gracht bevond. De Druppel van Heerlen is een kunstwerk van Ivon Drummen dat in 2005 is geplaatst op de rotonde en stelt een opspattende druppel voor die rimpelingen veroorzaakt in het wateroppervlak en is in dit kunstwerk op z’n hoogste punt gefixeerd, het kan daarom 4D kunst (tijd is de vierde dimensie) genoemd worden.
Water was belangrijk voor het ontstaan van Heerlen.
Zowel de Caumerbeek als de Geleenbeek ontspringen in Heerlen. De aanwezigheid van de beken was voor de Romeinen mede aanleiding om hun wegen hier te laten kruisen; daar waar vers water was. Er ontstond een stad en de Romeinen bouwden er in 65 na Chr. een badhuis.
De naam De Erk komt van het Latijnse ‘arca’ dat kast of kist betekent en verwijst naar de sluis tegenover de hoeve die voor de waterhuishouding van Heerlen een belangrijke rol heeft gespeeld. Het water liep, als men het schot van de sluis had laten zakken, vanaf de Johannes XXIII-singel, via de Caumerbeeklaan naar de laaggelegen omgeving van het huidige (op heipalen gefundeerde) Grotius College. Daarna stroomde ‘Het Vlot’, ook wel ‘De Waterlooper’ genoemd, door open greppels en kanalen langs de Akerstraat in de richting van het centrum.
Het vlot vulde op haar weg openbare en particuliere waterpoelen, die waren aangelegd, en voor alle doeleinden gebruikt werden o.a. drenken van vee, was- en schrobwater, als ook bij bestrijding van brand. De bekendste waren: Bongerd, Kerkgraaf, Nobel, de Sohram, Geleenstraat, Stationstraat en de poel op de Linde.
19 augustus 1819 burgemeester Schutz
Het water voor het badhuis was afkomstig van de Caumerbeek. Stroomopwaarts waar de beek hoger gelegen is werd het water opgestuwd en via een gegraven geul naar het badhuis geleid, zo een geul wordt een vlot genoemd. Na het vertrek van de Romeinen werd dit systeem niet meer gebruikt omdat ook het badhuis niet meer gebruikt werd.
Toen er in de middeleeuwen behoefte was aan water om de grachten te vullen is dit systeem weer herontdekt en in gebruik genomen en stroomde het water weer door het door Romeinen gegraven vlot.
- Presenteer filmpje
- Trichterpoort of Akerpoort
Maar dat is beter te zien op de …
Video tonen! Een filmpje van hoe Herle er in de 13e eeuw mogelijkerwijs uitzag
- Maquette
We zien hier een maquette van het Landsfort Herle rond het jaar 1400 met een walmuur, een gracht, de schelmentoren (die in die tijd anders genoemd werd, Bickelstein) en de kerk in het midden. We zien drie stadspoorten.
Mogelijk kreeg het fort na 1244 pas een stenen muur. Deze was meer dan twee meter dik en zes meter hoog, met drie poorten te weten de Kerkhofspoort of Veemarktpoort bij de vroegere Veemarkt (nu Wilhelminaplein), de bij wat nu de Geleenstraat is, ook wel Trichterpoort of Akerpoort genoemd en de Keulsepoort in zuidelijke richting in de buurt van wat nu de Gasthuisstraat is. Binnen de walmuur bevonden zich de Sint Pancratiuskerk, het kerkhof en enkele huizen, de schelmentoren maakte deel uit van de walmuur.
Het fort maakte deel uit van de Brabantse verdedigingslinie.
Een van de meest roemruchte belegeringen uit de Heerlense geschiedenis vond plaats in 1542. Troepen van het hertogdom Gelre onder leiding van Maarten van Rossum, een nietsontziende krijgsheer met een lange lijst van wapenfeiten, omsingelden de vesting. De Heerlenaren hielden stand tot het Brabantse leger te hulp kwam.
Na de vrede van munster (1648) werd het fort niet meer onderhouden en raakte in verval.
1649 – 1830 simultanium
- Sint Pancratiuskerk
Eind 12e eeuw is de Sint Pancratiusparochie opgericht. Nadat Dirk van Are had bewerkstelligd dat Heerlen kerkelijke losgemaakt werd van de moederkerk Sint Laurentius in Voerendaal. (de Laurentiuskerk is door paus Leo IX geconsacreerd en is daarmee de enige kerk in Nederland die door een paus in ingewijd).
Toen is men ook gaan bouwen aan de huidige romaanse Rooms Katholieke kerk.
De kerk is door de eeuwen heen vele malen verbouwd en gerestaureerd.
In het midden van de 11e eeuw wordt de Sint Andreaskapel genoemd. Deze is waarschijnlijk van hout.
In de 12e eeuw wordt er een (stenen?) westwerk tegen de kapel aangebouwd; Het betreft een toren maar niet deze toren.
In de 12e/13e eeuw wordt de houten kapel/kerk vervangen door een stenen kerk.
Eind 14e eeuw is het westwerk vervangen door een toren (een donjon) met een defensieve functie. Er zijn twee ophogingen zichtbaar in de toren.
De donjon werd tegen de kerk aangebouwd en had geen torenspits.
De toren bestaat uit vier bouwdelen. De onderste twee zijn van Nievelsteiner zandsteen opgetrokken en gerepareerd met Kunradersteen en de bovenste twee van Mergel
Op de begane grond van de donjon waren geen ingangen om in de toren te komen, niet van buiten en niet vanuit de kerk. Op de eerste verdieping was een deur die je alleen met een lange ladder vanuit de kerk kon bereiken. Van daaruit kon je via luiken en met ladders naar boven of beneden. Op die manier was elke verdieping apart te verdedigen.
De hertog verleende aan de bewoners van Heerlen refugierecht; dat is het recht om in tijden van oorlog een veilig heenkomen te zoeken binnen het landsfort. Boven het kerkgewelf waren kamertjes voor hun tijdelijk onderdak. Deze waren alleen vanuit de toren bereikbaar.
In 1606 waait bij een hevige storm een deel van de toren op het middenschip. De kerk wordt tijdens de reparatie aangepast, vergroot en krijgt een torenspits.
Midden 19e eeuw vindt er een uitbreiding plaats in oostelijke richting en worden de kerk toegangen in de toren gemaakt omdat de toren geen militaire functie meer heeft. Dan wordt ook de trappentoren (1862) gebouwd die naast de ingang te zien is
Van 1901 tot 1903 vindt er een grote verbouwing plaats o.l.v. architect Jos Cuypers (zoon van Pierre Cuypers uit Roermond die o.a. het centrale station en het rijksmuseum in Amsterdam heeft ontworpen). De kerk wordt vergroot met een transept, vieringtoren en een nieuw priesterkoor
Tussen 1959 en 1962 vindt er een verbouwing plaats o.l.v. architect Frits Peutz waarbij o.a. De sacristie van Cuypers wordt vervangen en er is een doopkapel gerealiseerd.
Van 1649 tot 1830 werd de kerk door zowel katholieken en protestanten gebruikt. Het simultaneum. Dit leidde herhaaldelijk tot pesterijen en vechtpartijen waar beide groepen zich schuldig aan maakten.
“Elke” zaterdagmiddag (van 14 tot 16 uur) is de kerk open en zijn er gidsen aanwezig die u kosteloos rondleiden. U kunt dan o.a. de plafondschilderingen van Charles Eyck en de glas in lood ramen van Eugène Laudy bewonderen.
Sint Pancratiuskerk in vogelvlucht.
- Midden 11e eeuw (1065) wordt Andreaskapel genoemd
- Westwerk
- Houten kapel wordt vervangen door een stenen kerkje
- Westwerk wordt vervangen door een dunjon (eind 14 eeuw)
- 1606 waait de toren om. Kerk wordt hersteld en vergroot
- Midden 19e eeuw (1862) uitbreiding in oostelijke richting (trappentoren).
- 1901/03 Jos Cuypers – Vieringtoren met transepten
- 1959 /1962 Verbouwing door Peutz (o.a. doopkapel)
Een burcht is een versterkte woning van een edelman en zijn familie, opgericht in de middeleeuwen. Als extra versterking van de (wal)burcht worden burchten meestal omringd door een droge of natte gracht, een aarden wal en/of een zware stenen ommuring.
De woning kan een kasteel zijn, ook wel slot genoemd.
Een Paleis is een ambtsgebouw dat een openbare of ceremoniële functie heeft. Het is vaak ook een (woon)huis van een staatshoofd. En ook de woning van een kardinaal of bisschop wordt paleis genoemd.
Een fort is geen woonplaats voor adel maar een ommuurde stad die gezamenlijk wordt verdedigd.
Het landsfort maakte deel uit van de Brabantse verdedigingslinie.
Heerlen = Droog bos of nat bos maar kan ook gewoon Heerbos betekenen, iets verder gezocht is de afleiding die leidt tot omwalde legerplaats.
Het Germaanse Her-ilo op Her-ila betekent droge hoogte
Coriovallum corio is leer en vallum is muur Direct buiten de muur van het badhuis was een leerlooier gevestigd die gebruik maakte van het afvalwater van het badhuis om de huiden schoon te spoelen.

















Kerkstraatje





















